Konden We Van Elke Mug Maar Een Olifant Maken

De brede, bruine Mekong vormt de fysieke grens tussen Laos en het land van de glimlach. Na het 'uitchecken' bij Laos worden we met een klein motorbootje overgezet naar Thailand, het laatste land van deze reis. De origineelste grensovergang tot nu toe. Aan de overkant kunnen we direct een tuk-tuk instappen naar het busstation. We zijn helemaal verbaasd als we horen hoe vaak er bussen naar Chiang Rai gaan. Dat zijn we niet meer gewend. Het wegennet van Laos is echt een lachertje vergeleken bij dat van Thailand. We kunnen meteen de bus in en een paar uur later staan we midden in Chiang Rai. Helloooo Thailand! Die avond duiken we meteen de nightmarket op. Nog maar 4,5 week te gaan dus souvenirs kopen is nu gelegitimeerd. Zolang het maar in de al uitpuilende backpacks past... Na nog een heel hoop gratis kopjes thee bij een Chinees winkeltje wandelen we weer terug naar ons guesthouse.

De volgende ochtend slapen we lekker uit. Na een rijst-ontbijtje huren we twee mooie fietsen. We verongelukken gelukkig niet maar het is flink wennen om ineens weer links te rijden. We komen toevallig langs het zogenaamde Hilltribe Museum en nemen er een kijkje. Hier en daar is het nog best interessant, al blijven we het langste hangen bij het moppen-prikbord. Wat dat prikbord hier doet is onduidelijk, maar hilarisch is het. Aansluitend krijgen we nog een gratis kopje koffie in restaurant 'Cabbages & Condoms'. De eigenares heeft als doel condooms net zo makkelijk verkrijgbaar te maken als kool, ook op het platteland van Thailand. Weer een mooi initiatief. De rest van de middag doen we het rustig aan. We zitten in het noorden van Thailand en het is ongelofelijk hoe heet het hier al is. Dat wordt wat in Bangkok... 's Avonds koelt het gelukkig iets af en eten we spotgoedkope sushi op de nightmarket.

De volgende dag gaan we weer verder, naar Chiang Mai. We vinden een heel tof guesthouse waar de 3-persoonskamer goedkoper blijkt dan alle 2-persoonskamers in de rest van het stadje. We verkennen de boel alvast een beetje. Wat een verschil met Laos: overal 7/11's, hordes Nederlanders, Starbucks, Mc Donalds en mooie brede, verharde wegen. We hebben allebei al een klein cultuurschokje te pakken. Dat wordt wat in Nederland... Gelukkig zijn ook hier de mensen weer hartstikke aardig. Thailand wordt niet voor niets 'The Land of Smiles' genoemd!

Op onze eerste dag in Chiang Mai moeten we al onze moed verzamelen om op pad te gaan. Met dit weer kun je het best maar helemaal niets doen. Via wat tempels lopen we naar een mooi aangelegd park. Met nootjes en frisdrank van de 7/11 strijken we neer en vallen bijna in slaap onder de palmbomen. Na opnieuw een hele gezonde lunch schuiven we de Starbucks in. Gruwelijk dat het hier kan, maar hee, ze hebben er airco. 's Avonds halen we ons eten op de Saturday Walking Street. Een complete straat is afgezet en staat vol kraampjes met souvenirs en eten. We halen hier en daar wat hapjes en eten op lage plastic stoeltjes aan een bamboe tafeltje.

De volgende dag voeren we nog minder uit. We hadden het plan naar de dierentuin te gaan om panda's te kijken maar dat stellen we nog maar even uit. 's Middags nemen we zelfs een massage. We lunchen weer bij zo'n healthy restaurantje met peterselie en gember shakes. Die avond eten we aan de Sunday Walking Street.
Time to move on! Met een minibusje worden we over steile bergen via bochtige wegen naar Pai gereden, een stadje iets meer in het noorden van Thailand. Een grappig Thais mannetje praat ons zijn bungalowpark in. Inderdaad een erg mooie plek. Voor geen geld slapen we in een houten hutje aan de rivier. Met de gammele bamboe-brug lopen we naar het stadje om lunch te scoren. Pai is weer een heel charmant stadje, al is het tamelijk uitgestorven. Zoals we in Thailand gewend zijn is het eten veel te pittig, met rode zweethoofden tot gevolg. Maar echt, twee keer per dag rijst op ons bord gaan we echt missen. 's Avonds koelt het tot onze grote verbazing ontzettend af. Sommige toeristen hebben zelfs hun winterjas en muts tevoorschijn getoverd. Die avond ontdekken we de Thaise 'wijn': een soort roze Jip en Janneke champagne. We hadden gehoopt hier uit te kunnen gaan, maar om 9 uur 's avonds is alles al dicht...

Op dinsdag maken we echt weer een hoogepunt van deze reis mee. We mogen weer op een olifant zitten! De pret begint met het voeren van de olifanten. Zo'n tros bananen gaat er wel in... Het leuke is dat we zonder zitje op 'onze' olifant rijden. Ook moeten we er zonder laddertje opklimmen en dat is nog best lastig... Een uur lang zitten we samen op de rug van 'Lovely Girl', zoals ze heet. Natuurlijk mag een dip in de rivier niet ontbreken. Natuurlijk worden we drijfnat gespetterd en onze olifantenchauffeur heeft de grootste lol. Er is ook een commando waardoor de olifant heel hard met haar kop gaat schudden. Emmelien wordt er meteen met een mooi boogje afgegooid maar Lars houdt het rodeo-rijden nog verbazend lang vol. Terug bij het olifantenkamp lunchen we met uitzicht op vier olifanten. Erg bijzonder (en lekker). Als afsluiter nemen we nog een duik in de natural hot spring. Het water stinkt enigszins naar rotte eieren maar het is heerlijk warm. Weer eens wat anders dan een koude douche. De rest van de middag voeren we niet zoveel uit. 's Avonds eten we 'Thailand's best pizza's' en drinken we nog wat in een knus huiskamer barretje.

Verbazend genoeg hebben we allebei grandioze spierpijn van het olifant rijden. Gelukkig hoeven we vandaag alleen maar in de bus te zitten. Om 11 uur precies vertrekken we terug naar Chiang Mai. We kiezen voor hetzelfde guesthouse en eten bij ons favoriete restaurantje hier. 's Avonds trekken we onze sportiefste kleren aan (voor zover mogelijk). Er staat namelijk een yogales gepland bij een hotel in het centrum. We hadden allebei niet verwacht dat yoga zo intensief zou zijn. Het is meditatie, krachttraining en een elegante anti-stress cursus in een. We zweten ons kapot. We doen erg ons best, ondanks de spierpijn. Misschien gaan we dit vaker doen.

De volgende dag is het dan eindelijk zover: Chiang Mai Zoo. We pakken een autorickshaw en scheuren de stad door naar de dierentuin. Het is een enorm terrein vol vijvers, watervallen en stukjes jungle. Het pandacomplex is het vetste. Hier verblijven drie reuzenpanda's, gedoneerd door China. Een dierentuin in Thailand is wel weer een tikje anders dan in Nederland. Je kunt vaak ongelofelijk dichtbij de beesten komen. Zo staan er hier en daar wat olifanten geparkeerd (los!). En als je bij het nijlpaarden even niet oplet bijten ze zo je arm eraf. Je kunt zelfs de jaguars voeren met stukken rauw vlees. Al met al weer een hele geslaagde dag!