Een Stad vol Verhalen
Door: emmelienlars
Blijf op de hoogte en volg Emmelien & Lars
17 December 2011 | Cambodja, Phnom-Penh
Een Stad vol Verhalen
Phnom Penh, een stad die is herrezen uit de as van haar donkere geschiedenis. Een plek van extreme armoede en overweldigende luxe, zowel charmant als choatisch en een stukje Frankrijk midden in Azie. Na weken aan de kust te hebben doorgebracht duiken we enthousiast deze intrigerende stad in.
We verblijven vier nachten in een prima hotel. Door een kleine blunder aan onze kant belanden we in Hometown hotel in plaats van Last Home guesthouse (die zo leuk in de Lonely Planet beschreven stond). Iets duurder maar wel met warm water en wifi op de kamer. De eerste dag vullen we noodgedwongen met een bezoek aan de dokter. Sinds de massage in Sihanoukville heeft Emm nogal last van haar enkel. Een aardige dokter neemt goed de tijd en er wordt zelfs bloed geprikt. Het blijkt een infectie aan het enkelgewricht te zijn. De uitslag van de bloedtest laat even op zich wachten dus bezoeken we tussendoor het Royal Palace met daarin de Silver Pagoda. Prachtige gebouwen en een goed bijgehouden tuin. In de Silver Pagoda (de vloer is bedekt met 5000 zilveren tegels) staat een Boeddha die versierd is met 9548 diamanten. Heel mooi allemaal (maar waarom is ie groen?). Na deze plezierige onderbreking keren we terug om de antibiotica op te halen. 's Avonds eten we allerlei spannende kleine hapjes op mini plastic krukjes tussen de locals. We worden flink aangestaard en gelukkig is er een jongen die Engels spreekt en ons kan uitleggen hoe we ons eigen limoen-peper-zout-suiker papje maken om alles in te dopen. We rekenen nog geen drie dollar af en verliezen onszelf daarna in Kong Fu Panda II op de hotelkamer.
De volgende dag is vol, bijzonder en indrukwekkend. Na een lekker lang nachtje slapen maken we in de ochtend een van de betere beslissingen tot nu toe: we huren een motortje. Met onze helmen op zetten we ons schrap en duiken de vrolijke verkeerschaos van de hoofdstad in. Vrijwel iedereen hier rijdt op die dingen, auto's zie je nauwelijks. Regels zijn er niet naar dat schiet eigenlijk wel lekker op. Iedereen is daardoor extra waakzaam lijkt het wel. Het is ongelofelijk gaaf om door de prachtige, brede boulevards te crossen. Bijkomend voordeel is dat Emm niet hoeft te lopen en dat we geen dure tuk-tuk hoeven te betalen. Na het ontbijt (zoete broodjes bij een bakkerij) gaan we op weg naar het deprimerende Tuel Sleng Museum. Maar niet voordat meneer agent ons een boete geeft (redenen onbekend). De Lonely Planet heeft ons gewaarschuwed voor ontmoetingen met de alomaanwezige corruptie in dit land maar het blijft zuur. Wel grappig om te zien dat we 5 dollar kunnen afdingen na wat zeuren (de agent spreekt geen Engels). Het museum is gevestigd in een voormalig schooltje. Tijdens de donkere heerschappij van de Khmer Rouge werd het terrein gebruikt als Security Prison 21. Iedereen die een bedreiging vormde tegen Pol Pot's ideale samenleving werd hier opgesloten, gemarteld en uiteindelijk gedood. Klaslokalen werden martelkamers en zijn nu gevuld met foto's van de slachoffers. De portretten zijn stuk voor stuk indringend. De doodsangst is in de ogen af te lezen. Net als de Nazi's hielden de Khmer Rouge nauwkeurige dossiers bij over de gevangenen en iedereen werd voor en na een marteling gefotografeerd. Aan de gebouwen is niets gedaan en alles is nogal rommelig en grauw. Op de binnenplaats liggen de 14 lichamen van de laatste gevangenen die gevonden zijn na de val van het extreem communistische regime. Toen de Vietnamezen in 1979 de stad bevrijdden waren er slechts zeven mensen in leven. Allemaal waren het schilders of fotografen die hun vak uitoefenden in de gevangenis om te overleven. In totaal zijn tijdens de dagen van de Khmer Rouge duizenden mannen, vrouwen en kinderen vanuit hier afgevoerd naar de zogeheten Killing Fields, enorme massagraven waarvan er zo'n 200 in heel Cambodja zijn. En dat alleen omdat deze mensen een bril droegen, een boek lazen, te zachte handen hadden of anders dachten. Al met al een zwaar bezoek. Hoe meer we over de geschiedenis van dit land leren, hoe meer we ons afvragen waarom mensen elkaar dit aan hebben kunnen doen. Om even ons hoofd te luchten en de maag te vullen halen we bij een grote supermarkt een stokbrood, verse ham, olijven, stukjes annanas en knoflookbrood. Wat zijn we toch zelfvoorzienend vandaag. Met onze motor gaan we op weg naar de Killing Fields, zo'n 15 km buiten de stad. De (zoek)tocht neemt best wat tijd in beslag. We hebben geen kaart en er is nauwelijks bewegwijzering. Zo leren we wel goed het motortje kennen en komen we door de aandoenlijkste dorpjes. Als de zon niet al te warm meer is arriveren we. Het verschil met het grauwe Tuol Sleng Museum kan nauwelijks groter zijn. De plek, in feite een veld waar ooit een afgelegen Chinese begraafplaats lag, is prachtig bijgehouden en de sfeer is rustig en respectvol. Een enorm contrast met de gruwelijkheden die zich hier hebben afgespeeld. Dit is de plek waar de ruim 17.000 gevangenen van S-21 zijn geexecuteerd. Kogels waren te duur dus werden er hamers, bijlen en zelfs scherpe bamboebladeren gebruikt. De audiotour is aangrijpend. Op het eerste gezicht is er niet veel te zien maar de verhalen maken de onmenselijke wreedheden tastbaar. Het indrukwekkendste is een prachtige grote boom die gebruikt werd om baby's en peuters tegen aan te slaan voor de in het graf gegooid werden. Het gebied is bezaaid met 129 van dit soort massagraven en de grond is nog steeds gevuld met tanden en kleine botjes. Schedels, grote botten en kledingstukken liggen nu in een mooi, groot grijs-witte pagoda die als herdenkingsmonument dient. Het is onwerkelijk en te veel om te bevatten om hier onder die mooie boom in het zonnetje te zitten en je voor te stellen wat een afgrijselijke dingen hier hebben plaatsgevonden. In totaal zijn in die vier jaren 3 miljoen Cambodjanen door hun landgenoten vermoord. Dat is zo'n 1/3 van de toenmalige bevolking. Rond 6 uur sluiten de hekken en rijden we terug naar de stad. De avondspits van Phnom Penh brengt ons weer terug naar het hier en nu. Vooral de rotonde rond het Independence Monument (`a la Arc de Triomf in Parijs) eist alle aandacht op. Na het douchen eten we amok bij een restaurantje in de straat. Een heftige dag die nog even moet bezinken komt tot een einde.
De derde dag is een (letterlijk) lekker dagje in de 'Pearl of Asia'. We beginnen met het Nationaal Museum. Het gebouw vinden we eigenlijk mooier dan de collectie maar een mooie fototentoonstelling over het Nationaal Ballet tijdens de Khmer Rouge periode maakt veel goed. Van het slenteren worden we een beetje loom. We drinken een heerlijke cappucino bij Friends, een leer-restaurant waar straatkinderen een kans krijgen een toekomst op te bouwen. Prachtig initiatief en een leuk tentje (Catja en Simon, bedankt voor de tip, hier komen we zeker terug). Daarna lopen (enkel van Emm is zo goed als over!) we langs het water naar de Central Market. Enorm. We sprokkelen onze lunch bij elkaar en met een volle maag nemen we nog een kijkje bij de Russian Market. Meer van hetzelfde. Na het middagritueel van douchen en mailen drinken we een ronduit goddelijk wit wijntje op een terras en wachten we op etenstijd. Het wordt Mexicaans. Jummie.
Vandaag rijden we in een tuk-tuk 45 km ver weg van de stad om het 'Phnom Tamao Zoological Park and Wildlife Rescue Center' te bezoeken. De rit is hobbelig en we krijgen een lekker band. Maar alle hertjes, vogels, zwijnen, krokodillen, beren, leeuwen, tijgers en olifanten maken het goed. Het park is ruim opgezet en de dieren zien er goed uit. Het leuke is dat de aapjes overal los door heen slingeren. De meeste verblijven zijn slechts omheind met een soort stevig kippengaas en dat levert spectaculaire foto's op. In theorie konden we de krokodillen aaien. De dag eindigt met spanning en sensatie als een vredelievende poging van Lars om contact te maken met de natuur uitmondt in een gibbon die de mouw van z'n shirt uitscheurt. Zonder verdere verwondingen verlaten we het park (en wat deed dat zwijn uit z'n kooi?). Op onze laatste avond in de hoofdstad eten we een maaltijdsalade met stokbrood. Wat wil een mens nog meer?
Phnom Penh, een stad die is herrezen uit de as van haar donkere geschiedenis. Een plek van extreme armoede en overweldigende luxe, zowel charmant als choatisch en een stukje Frankrijk midden in Azie. Na weken aan de kust te hebben doorgebracht duiken we enthousiast deze intrigerende stad in.
We verblijven vier nachten in een prima hotel. Door een kleine blunder aan onze kant belanden we in Hometown hotel in plaats van Last Home guesthouse (die zo leuk in de Lonely Planet beschreven stond). Iets duurder maar wel met warm water en wifi op de kamer. De eerste dag vullen we noodgedwongen met een bezoek aan de dokter. Sinds de massage in Sihanoukville heeft Emm nogal last van haar enkel. Een aardige dokter neemt goed de tijd en er wordt zelfs bloed geprikt. Het blijkt een infectie aan het enkelgewricht te zijn. De uitslag van de bloedtest laat even op zich wachten dus bezoeken we tussendoor het Royal Palace met daarin de Silver Pagoda. Prachtige gebouwen en een goed bijgehouden tuin. In de Silver Pagoda (de vloer is bedekt met 5000 zilveren tegels) staat een Boeddha die versierd is met 9548 diamanten. Heel mooi allemaal (maar waarom is ie groen?). Na deze plezierige onderbreking keren we terug om de antibiotica op te halen. 's Avonds eten we allerlei spannende kleine hapjes op mini plastic krukjes tussen de locals. We worden flink aangestaard en gelukkig is er een jongen die Engels spreekt en ons kan uitleggen hoe we ons eigen limoen-peper-zout-suiker papje maken om alles in te dopen. We rekenen nog geen drie dollar af en verliezen onszelf daarna in Kong Fu Panda II op de hotelkamer.
De volgende dag is vol, bijzonder en indrukwekkend. Na een lekker lang nachtje slapen maken we in de ochtend een van de betere beslissingen tot nu toe: we huren een motortje. Met onze helmen op zetten we ons schrap en duiken de vrolijke verkeerschaos van de hoofdstad in. Vrijwel iedereen hier rijdt op die dingen, auto's zie je nauwelijks. Regels zijn er niet naar dat schiet eigenlijk wel lekker op. Iedereen is daardoor extra waakzaam lijkt het wel. Het is ongelofelijk gaaf om door de prachtige, brede boulevards te crossen. Bijkomend voordeel is dat Emm niet hoeft te lopen en dat we geen dure tuk-tuk hoeven te betalen. Na het ontbijt (zoete broodjes bij een bakkerij) gaan we op weg naar het deprimerende Tuel Sleng Museum. Maar niet voordat meneer agent ons een boete geeft (redenen onbekend). De Lonely Planet heeft ons gewaarschuwed voor ontmoetingen met de alomaanwezige corruptie in dit land maar het blijft zuur. Wel grappig om te zien dat we 5 dollar kunnen afdingen na wat zeuren (de agent spreekt geen Engels). Het museum is gevestigd in een voormalig schooltje. Tijdens de donkere heerschappij van de Khmer Rouge werd het terrein gebruikt als Security Prison 21. Iedereen die een bedreiging vormde tegen Pol Pot's ideale samenleving werd hier opgesloten, gemarteld en uiteindelijk gedood. Klaslokalen werden martelkamers en zijn nu gevuld met foto's van de slachoffers. De portretten zijn stuk voor stuk indringend. De doodsangst is in de ogen af te lezen. Net als de Nazi's hielden de Khmer Rouge nauwkeurige dossiers bij over de gevangenen en iedereen werd voor en na een marteling gefotografeerd. Aan de gebouwen is niets gedaan en alles is nogal rommelig en grauw. Op de binnenplaats liggen de 14 lichamen van de laatste gevangenen die gevonden zijn na de val van het extreem communistische regime. Toen de Vietnamezen in 1979 de stad bevrijdden waren er slechts zeven mensen in leven. Allemaal waren het schilders of fotografen die hun vak uitoefenden in de gevangenis om te overleven. In totaal zijn tijdens de dagen van de Khmer Rouge duizenden mannen, vrouwen en kinderen vanuit hier afgevoerd naar de zogeheten Killing Fields, enorme massagraven waarvan er zo'n 200 in heel Cambodja zijn. En dat alleen omdat deze mensen een bril droegen, een boek lazen, te zachte handen hadden of anders dachten. Al met al een zwaar bezoek. Hoe meer we over de geschiedenis van dit land leren, hoe meer we ons afvragen waarom mensen elkaar dit aan hebben kunnen doen. Om even ons hoofd te luchten en de maag te vullen halen we bij een grote supermarkt een stokbrood, verse ham, olijven, stukjes annanas en knoflookbrood. Wat zijn we toch zelfvoorzienend vandaag. Met onze motor gaan we op weg naar de Killing Fields, zo'n 15 km buiten de stad. De (zoek)tocht neemt best wat tijd in beslag. We hebben geen kaart en er is nauwelijks bewegwijzering. Zo leren we wel goed het motortje kennen en komen we door de aandoenlijkste dorpjes. Als de zon niet al te warm meer is arriveren we. Het verschil met het grauwe Tuol Sleng Museum kan nauwelijks groter zijn. De plek, in feite een veld waar ooit een afgelegen Chinese begraafplaats lag, is prachtig bijgehouden en de sfeer is rustig en respectvol. Een enorm contrast met de gruwelijkheden die zich hier hebben afgespeeld. Dit is de plek waar de ruim 17.000 gevangenen van S-21 zijn geexecuteerd. Kogels waren te duur dus werden er hamers, bijlen en zelfs scherpe bamboebladeren gebruikt. De audiotour is aangrijpend. Op het eerste gezicht is er niet veel te zien maar de verhalen maken de onmenselijke wreedheden tastbaar. Het indrukwekkendste is een prachtige grote boom die gebruikt werd om baby's en peuters tegen aan te slaan voor de in het graf gegooid werden. Het gebied is bezaaid met 129 van dit soort massagraven en de grond is nog steeds gevuld met tanden en kleine botjes. Schedels, grote botten en kledingstukken liggen nu in een mooi, groot grijs-witte pagoda die als herdenkingsmonument dient. Het is onwerkelijk en te veel om te bevatten om hier onder die mooie boom in het zonnetje te zitten en je voor te stellen wat een afgrijselijke dingen hier hebben plaatsgevonden. In totaal zijn in die vier jaren 3 miljoen Cambodjanen door hun landgenoten vermoord. Dat is zo'n 1/3 van de toenmalige bevolking. Rond 6 uur sluiten de hekken en rijden we terug naar de stad. De avondspits van Phnom Penh brengt ons weer terug naar het hier en nu. Vooral de rotonde rond het Independence Monument (`a la Arc de Triomf in Parijs) eist alle aandacht op. Na het douchen eten we amok bij een restaurantje in de straat. Een heftige dag die nog even moet bezinken komt tot een einde.
De derde dag is een (letterlijk) lekker dagje in de 'Pearl of Asia'. We beginnen met het Nationaal Museum. Het gebouw vinden we eigenlijk mooier dan de collectie maar een mooie fototentoonstelling over het Nationaal Ballet tijdens de Khmer Rouge periode maakt veel goed. Van het slenteren worden we een beetje loom. We drinken een heerlijke cappucino bij Friends, een leer-restaurant waar straatkinderen een kans krijgen een toekomst op te bouwen. Prachtig initiatief en een leuk tentje (Catja en Simon, bedankt voor de tip, hier komen we zeker terug). Daarna lopen (enkel van Emm is zo goed als over!) we langs het water naar de Central Market. Enorm. We sprokkelen onze lunch bij elkaar en met een volle maag nemen we nog een kijkje bij de Russian Market. Meer van hetzelfde. Na het middagritueel van douchen en mailen drinken we een ronduit goddelijk wit wijntje op een terras en wachten we op etenstijd. Het wordt Mexicaans. Jummie.
Vandaag rijden we in een tuk-tuk 45 km ver weg van de stad om het 'Phnom Tamao Zoological Park and Wildlife Rescue Center' te bezoeken. De rit is hobbelig en we krijgen een lekker band. Maar alle hertjes, vogels, zwijnen, krokodillen, beren, leeuwen, tijgers en olifanten maken het goed. Het park is ruim opgezet en de dieren zien er goed uit. Het leuke is dat de aapjes overal los door heen slingeren. De meeste verblijven zijn slechts omheind met een soort stevig kippengaas en dat levert spectaculaire foto's op. In theorie konden we de krokodillen aaien. De dag eindigt met spanning en sensatie als een vredelievende poging van Lars om contact te maken met de natuur uitmondt in een gibbon die de mouw van z'n shirt uitscheurt. Zonder verdere verwondingen verlaten we het park (en wat deed dat zwijn uit z'n kooi?). Op onze laatste avond in de hoofdstad eten we een maaltijdsalade met stokbrood. Wat wil een mens nog meer?
-
17 December 2011 - 07:47
Cathy:
lieve Lars en Emm, echt een verslag om te lezen met een lach en een traan. Prachtig en indrukwekkend. Bedankt weer en heel veel liefs! -
17 December 2011 - 08:48
Marit (de Oude ;):
lieve allebei, wat een leukverslag! Via Sylvia en Cathy houd ik me op de hoogte van al jullie mooie avonturen, geniet ermaar heerlijk van, en kom heelhuis bij ons terug.
Dikke kus van Marit Marco Teun Guus en Max vanaf de toverbergxxxxxxxxxx -
17 December 2011 - 10:38
Joyce:
Wow.... Dat vind ik lef hebben; op een brommertje door de stad! Zit jullie hoofd niet propvol van al die nieuwe indrukken en belevenissen? Ik heb het al na 1 nieuw reisverslag van jullie :-)
Liefs, Joyce -
17 December 2011 - 23:00
Nico:
Al lezend erg indrukwekkend allemaal dus live nog een stap heftiger. Dan is het toch maar goed dat er witte wijn bestaat.
Lekker leesvoer is het weer,op naar het volgende.
Groet -
18 December 2011 - 12:24
Hans Breeman:
Dank weer voor dit indrukweekende reisverslag wat een indruk gaf wat mensen elkaar aan kunnen doen. Ik voel me er door geraakt.
Goed van jullie dat je niet alleen met de mooie dingen contact zoekt maar zeker ook de zwarte kant van deze geschiedenis met ons wilt delen.
Lieve Emmelien en Lars jullie manier van schrijven bevat vele elementen. Humor en gevoelens over wat je meemaakt, maar ook zwarte geschiedenis die we nooit mogen vergeten. Chapeau !!!
Hans -
18 December 2011 - 16:38
Antoinette:
wat een prachtig verslag weer!
ondanks de gruwelheden. -
18 December 2011 - 18:47
Paul Van Hooff:
Hoi Emmelien en Lars,
bijzondere ervaring, vooral die van het bezoek aan de Killing Fiels. Een reis met contrasten. Ik heb voor jullie die groene Boeddha in de Silver Pagoda nog even opgezocht. Groen is de steen jade waar het beeld van gemaakt is. Waarom jade? Hier komt de verklaring (ik hoop dat die in het venster past...):
Jade is een symbool van zuiverheid en sereniteit. De steen wordt in het Oosten zeer gewaardeerd en staat voor wijsheid die in rust wordt verzameld. Jade worst geassocieerd met het hartchakra en stimuleert liefde en verzorging. Het is een beschermend kristal dat de drager tegen letsel behoedt en voor harmonie zorgt.
Jade stabiliseert de persoonlijkheid en integreert het de geest met het lichaam. Het bevordert de zelfredzaamheid. Op geestelijk vlak verjaagt Jade negatieve gevoelens, verzacht de geest, stimuleert ideeën en laat taken minder ingewikkeld lijken.
Emotioneel is Jade een ‘droomsteen’. Op het voorhoofd gelegd zorgt het voor dromen vol inzichten. Het helpt u (irritatie)gevoelens los te laten.
Spiritueel moedigt Jade u aan te worden wie u echt bent. Het helpt u uzelf te zien als een spiritueel wezen op een menselijke reis en haalt verborgen kennis naar boven.
Kon Boeddha nog anders dan groen zijn, denk ik dan..... -
18 December 2011 - 20:15
Chris:
Indrukwekkend verslag. Kreeg kippenvel bij het lezen!
-
20 December 2011 - 17:25
Inekebreeman:
Wat een belevenissen allemaal!
Ben behoorlijk onder de indruk!
Morgen eten we bij je ouders en horen dan vast nog meer mooie belevenissen.
Hans en ik hebben plannen voor Vietnam voor volgend jaar.
Maar dat wordt natuurlijk meer een bejaarde reis.
liefs en knufs, ineke -
20 December 2011 - 17:28
Inekebreeman@msn.com:
Wat een belevenissen, geweldig wat jullie allemaal doen, zien...
Morgen, woensdag, eten we bij pa en ma en horen dan vast nog meer verhalen.
Hans en ik gaan volgend jaar ook naar Vietnam, zijn bezig ons te orienteren.
Wordt natuurlijk een bejaardetrip in vergelijking met die van jullie!
liefs, ineke -
20 December 2011 - 17:29
Inekebreeman@msn.com:
zoals jullie zien slaat het alzheimer light al toe!! -
20 December 2011 - 19:59
Joop:
Dag Emmalien
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley